Logo Zitwerk

Hoe betrouwbaar is de BMI

Hoe betrouwbaar is de BMI

BMI vs. RFM

Eén van de eerste dingen die een diëtist van je wil weten, is hoe lang je bent en hoeveel je weegt. Met deze gegevens kan hij de Body Mass Index (BMI) berekenen en aan de hand hiervan een schatting maken of je een gezond gewicht hebt. Maar hoe betrouwbaar is de BMI eigenlijk? En is het wel zo relevant?

Je BMI geeft slechts aan uit hoeveel massa je lichaam bestaat en of deze relatief gezien past bij je lengte. Er wordt verder geen rekening gehouden met het verschil tussen spiermassa, botmassa of vetmassa, terwijl al deze massa’s uit andere soorten cellen bestaan. Bijvoorbeeld: een kilo spiermassa is een stuk kleiner dan een kilo vetmassa, omdat spiercellen zwaarder zijn dan vetcellen.

 

Wanneer BMI gebruiken?

Dit kan ertoe leiden dat mensen die veel aan krachttraining doen, zoals bodybuilders, op een BMI uitkomen van boven de 25, wat suggereert dat ze overgewicht hebben. Dit klopt natuurlijk niet. Daarom is het beter om de BMI als hulpmiddel te zien en niet als leidraad. Het is vooral nuttig om het te gebruiken wanneer je zelf al vermoedt dat je over- of ondergewicht hebt. De BMI kan dan aangeven of de situatie zorgelijk is of niet.

Relative Fat Mass

Volgens experts is het veel interessanter om te weten uit welke hoeveelheden verschillende soorten massa’s je lichaam bestaat, omdat je dan een beter beeld krijgt van jouw persoonlijke, unieke lichaamssamenstelling. Voor een accurate bepaling van bijvoorbeeld het vetpercentage is een nieuwe formule ontwikkeld. Het wordt de Relative Fat Mass (RFM) genoemd en is gebaseerd op je lengte en middelomtrek. Alles wat je hiervoor nodig hebt, is dus een meetlint.

Volgens het uitgevoerde onderzoek hierover is de RFM beter dan de middel-lengteverhouding, een andere indicator voor de hoeveelheid vetmassa. Deze methode berekent de ratio tussen je middelomtrek en lengte en geeft hiermee aan of je te veel buikvet hebt. Verder blijkt uit dit onderzoek dat vrouwen van nature een hoger vetpercentage hebben dan mannen.

De formules van de RFM zijn als volgt:

  • Voor mannen: 64 – (20 x lengte/middelomtrek)
  • Voor vrouwen: 76 – (20 x lengte/middelomtrek)

Het maakt niet uit of je centimeters of meters gebruikt voor de lengte-middelomtrek, zolang je maar voor beide dezelfde eenheid invult. Wat vervolgens uit de formule rolt, is een percentage. Dit geeft aan hoeveel procent van je gewicht uit vetmassa bestaat. In onderstaande tabel kun je controleren op welk niveau jij zit.

 

Bereken jouw vetpercentage

 

Is je vetpercentage aan de hoge kant? Dan is het verstandig om uit te zoeken waardoor dat komt. Wellicht eet je veel vethoudend voedsel of beweeg je niet zo vaak. Een diëtist kan je helpen om een aangepast voedingspatroon te volgen dat goed aansluit op jouw leefsituatie.

Slimme weegschalen

Tegenwoordig zijn er ook weegschalen verkrijgbaar die in staat zijn om naast je gewicht ook je vet-, vocht- en spierpercentage en zelfs je botmassa, BMI en caloriebehoefte te berekenen. Dit is mogelijk omdat je op twee elektrodes (geleiders van elektriciteit) staat die, zonder dat je het voelt, een elektrisch signaaltje door je lichaam sturen en zo al het bovenstaande vaststellen. Op die manier hoef je je niet meer op te meten met een meetlint.

 

Lotte van den Heuvel | Gezondheidsnet

13-09-2018