Werk anno 2018 is niet hetzelfde als werk anno 1998. Maatschappelijke en technologische veranderingen maken werk op andere plekken steeds gebruikelijker. Maar dan is de vraag: moet een werkgever ook een RI&E maken voor plaatsonafhankelijk werken?
Het antwoord op deze vraag is een volmondig ja! Alle regels uit de Arbowet zijn ook van toepassing voor werknemers die plaatsonafhankelijk werken. Dus ook de regels die betrekking hebben op bijvoorbeeld het arbobeleid of voorlichting en onderricht.
Voor medewerkers die een deel van hun werktijd thuis werken moet de werkgever dus een RI&E en een plan van aanpak maken. Wel zijn er voor plaatsonafhankelijk werkende medewerkers minder concrete regels uit het Arbobesluit van toepassing dan voor medewerkers die werken op de werkplek bij de werkgever.
Wanneer is werk plaatsonafhankelijk ?
Niet iedereen die even een paar uur thuis werkt is meteen plaatsonafhankelijk aan het werk. Het Arbobesluit heeft het over plaatsonafhankelijk werk als de werknemer de arbeid verricht “in een woning of op een andere door die werknemer gekozen plaats buiten het bedrijf of de inrichting, die niet de arbeidsplaats van de werkgever is” (art. 1.43 Arbobesluit). Het kan daarbij gaan om een paar uur in de week, tot meerdere dagen per week. De werkgever moet een werknemer daarvoor expliciet toestemming geven. Het is verstandig om de afspraken hierover schriftelijk vast te leggen, bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst. Het op eigen initiatief in de avonden of weekeinden nog wat werk thuis verrichten valt daarmee niet onder het begrip plaatsonafhankelijk werk.
Wie mogen plaatsonafhankelijk werken?
De Arbowetgeving is van toepassing op werknemers (inclusief ambtenaren), maar ook op uitzendkrachten en stagiairs. Daarbij is het inlenende bedrijf verantwoordelijk voor de uitzendkracht en de stagiair en dus niet het uitzendbureau, respectievelijk de school.
Al deze werknemers kunnen plaatsonafhankelijk werken. Zodra ze dit gaan doen, is hun (inlenende) werkgever verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften over plaatsonafhankelijk werk in het Arbobesluit. Deze voorschriften gelden niet voor werknemers die (ver)bouwactiviteiten verrichten aan een woning of verplegende, verzorgende en huishoudelijke hulp verlenen aan personen. Deze bouw- en zorgverlenende activiteiten worden niet gezien als plaatsonafhankelijk werk; de werkgevers in de bouw en in de (wijk)zorg moeten dus wél voldoen aan alle eisen uit het Arbobesluit.
De werkgever moet zorgen dat een werknemer ook buiten het bedrijf veilig en gezond kan werken
Plaatsonafhankelijk werken en het Arbobesluit
Voor medewerkers die plaatsonafhankelijk werken zijn wel minder concrete regels uit het Arbobesluit van toepassing dan voor medewerkers die bij de werkgever werken. Het gaat vooral om de aanpak van de meest prioritaire risico’s. Denk hierbij aan gevaarlijke stoffen, beeldschermwerk, verlichting, machines en persoonlijke beschermingsmiddelen (zie ook de tabel). Werkgevers moeten zorgen dat werknemers ook buiten het bedrijf op (minimaal) deze punten veilig en gezond kunnen werken. Dit kan betekenen dat de werkgever bepaalde voorzieningen (zoals een beeldscherm, stoel, werktafel, persoonlijk beschermingsmiddel of machine) moet aanschaffen voor een werknemer die thuis werkt.
En hoe zit het dan met de RI&E?
Ook als medewerkers plaatsonafhankelijk werken moet de werkgever in kaart brengen welke risico’s voor deze personen gelden. En uiteraard deze risico’s waar nodig aanpakken. Er zijn praktisch gezien twee mogelijkheden.
De eerste optie is om de hele RI&E uit te voeren voor zowel werken bij de werkgever als voor de plaatsonafhankelijke werkplek. Dat zal niet altijd meevallen, zeker als er veel mensen plaatsonafhankelijk werken. Je kunt als werkgever immers niet zomaar de woning van de werknemers in kwestie beoordelen; dat recht is voorbehouden aan de Inspectie SZW. Natuurlijk kun je de medewerkers wél vragen om op vrijwillige basis mee te werken aan zo’n beoordeling. Of je zou kunnen vragen of zij een foto willen maken van hun thuiswerkplek.
De tweede optie is om in de RI&E een aantal specifieke elementen op te nemen die betrekking hebben op de werknemers die plaatsonafhankelijk werk verrichten.
Hoe dan ook, een werkgever wil voorkomen dat werknemers uitvallen als gevolg van ongevallen of beroepsziekten. Ook als zij plaatsonafhankelijk werken. Het is daarom niet alleen verplicht, maar ook zeer verstandig om het plaatsonafhankelijk werken op te nemen in de RI&E.
Wendela Hooftman, Bonny de Vries en Jan Harmen Kwantes
| Steunpunt RI&E, TNO
September 2018